Focus!

focus
“Ja, wat wil je nou eigenlijk precies doen met je bedrijf? Focus!”
Dat was de reactie die ik regelmatig kreeg als ik vertelde dat ik voor mezelf was begonnen. Maar ik had helemaal geen zin in al dat ge-focus en al dat “moeten”. Wat ik nodig had was loslaten wat tot dan toe had voorzien in een gevoel van (schijn-) veiligheid en me weer gezond en gelukkig voelen. Mezelf aanmelden als herplaatsingskandidaat bij de gemeente en gewoon ergens beginnen, het “organisch” laten groeien. Luisteren naar wat mijn lijf mij vertelde (het gaat niet goed met jou, hou nou eens op met alles op te eten wat je tegen komt, op deze manier haal jij je pensioen niet) en beslissen om daar op te acteren. Gewoon, nóg een keer een nieuwe start maken en voelen dat je leeft; weliswaar met zwembandjes om, weer in het diepe springen.
Natuurlijk had ik wensen voor de kant die ik op wilde maar ik besloot de angst los te laten en open te staan voor wat er op mijn pad kwam. Maar wat daarna gebeurde, had ik nooit durven dromen. Opdrachten bij een paar gemeenten en deze week gevraagd worden bij een derde, in gesprek over intervisiemethodieken, tafelvoorzitter zijn bij een conferentie, heel veel nieuwe leuke mensen leren kennen en helaas ook gaan inzien dat andere mensen vooral leuk waren zolang ze je nodig hadden (uiteindelijk is ook dat winst).
Weer met plezier naar mijn werk gaan, weer op de vertrouwde, onorthodoxe, manier dingen voor elkaar krijgen. Soms onbewust op tenen staan en soms lekker ook bewust, zodat iedereen weer wakker is. Onverwacht een pitch houden voor een nieuw netwerk waarvoor je bent uitgenodigd door een lieve oud-collega, en het nog leuk vinden ook. Mijn zelfvertrouwen weer terugvinden en met volle teugen van alles genieten.
Dus wat nou focus?! Er zijn vast heel veel mensen die meer focus hebben dan ik, maar zijn ze net zo gelukkig? Die focus komt vanzelf wel.

Wanneer is de cirkel rond?

geld
Vorige week is onderstaande column geplaatst op de site van de Metro. Ik heb er erg leuke reacties op gekregen, waarvoor dank.
25 jaar geleden was ik bijstandsmoeder. Met huursubsidie woonde ik in een flatje in een achterstandswijk. Voor de crèche van mijn zoontje betaalde ik een symbolisch bedrag en de gemeente betaalde mijn opleiding. Na een jaar vond ik een baantje in het onderwijs, waar ik net iets meer ging verdienen dan bijstandsniveau. Allerlei subsidies vervielen daardoor, zodat ik minder overhield dan mijn uitkering, maar ik wilde onafhankelijk zijn en mijn kind het goede voorbeeld geven.
Ik werkte hard, volgde parttime opleidingen, zorgde voor het huis(houden) en begeleidde mijn zoon naar volwassenheid. Uiteindelijk kwam ik terecht in een mooie baan bij de gemeente en een appartement met uitzicht op de Maas. Zonder hulp van de overheid en met afdracht van de helft van mijn salaris aan de belasting; solidair met mensen die het nodig hebben.
Hoewel de gemeente een prima werkgever is, besloot ik mezelf aan te melden als herplaatsingskandidaat. Ik werd ZZP-er, op een leeftijd waarop de gemiddelde ambtenaar aan zijn pensioen denkt. Ik wilde graag mijn talenten weer kunnen inzetten; processen regisseren, zorgen dat alle neuzen dezelfde kant op staan.
Dat bracht ook risico’s met zich mee. Ik heb jaren premies betaald, maar geef mijn rechten op WW op. Mijn pensioen wordt zo’n beetje gehalveerd en ik heb geen inkomsten als ik vakantie heb of ziek ben. Maar gelukkig zijn er voor “starters” goede regelingen. De eerste jaren hoef je minder belasting af te dragen, en zit je veel op de weg en wil je veilig rijden, dan kun je een verantwoorde auto “op de zaak zetten”. Toch?
De laatste weken verkeer ik in flinke verwarring. Bij de gemeente word je “gestimuleerd” om voor jezelf te beginnen, maar het kabinet heeft plannen om het aantal ZZP-ers te beperken? ZZP-ers moeten terug in loondienst? Waar dan? ZZP-ers hebben te veel belastingvoordelen, dragen geen premies af? Bijtelling moet omhoog? Zit ik nu, als hardwerkende vrouw die alles op eigen kracht heeft bereikt, met intussen een “liberaal profiel” nog steeds solidair, klem in de politiek???
Nog even en ik kan mijn appartement verkopen en weer in een flatje in een achterstandswijk gaan wonen. Dan vraag ik bijstand aan, met recht op toeslagen. En mag ik voor mijn nu nog niet bestaande kleinkinderen zorgen, want de crèche is intussen onbetaalbaar. Dan houd ik tenminste niet zomaar mijn hand op, maar doe ik iets terug voor de maatschappij… Dan is de cirkel, na 25 jaar, rond.