Bedrijfsauto-emotie-poll

 

Voor een “verse” zelfstandige is het fijn om zo nu en dan van gedachten te wisselen met andere ondernemers over zaken die je bezig houden. Zelf doe ik dat met iemand met wie ik plezierig samenwerk, iemand die mij ook een beetje coacht. In die gesprekken gaat het regelmatig over sensitiviteit, het luisteren naar je gevoel in plaats van naar je hoofd. De laatste keer dat ik hem sprak, kwam ook het onderwerp “bedrijfsauto” ter sprake.
Een paar jaar geleden heb ik een klein tweedehands autootje gekocht omdat mijn werk voor de gemeente Rotterdam zich vooral afspeelde in de stad. Meestal gebruikte ik de fiets of openbaar vervoer om op mijn afspraken te komen. Sinds de start van mijn bedrijf ben ik echter vaker onderweg, vooral op de Zuidhollandse eilanden. Het kleine autootje zorgt er regelmatig voor dat ik enigszins gebroken op mijn werkplek arriveer of me onveilig voel bij slecht weer. Daarom besloot ik op zoek te gaan naar een comfortabeler vervoermiddel en die “op de zaak te zetten”.
De aanschaf van een nieuwe auto bleek een te grote aanslag op het budget, dus met het oog op de belasting ging ik op zoek naar een van vijftien jaar of ouder. Het viel niet mee om daar, naast alle drukke werkzaamheden, tijd voor te vinden. Bovendien heb je, zeker als vrouw, ook nog eens te maken met het bijzondere gilde van autohandelaren: “Prima auto mevrouwtje, en helemaal niet doorgeroest aan de onderkant!”. Na een aantal mislukte, energievretende pogingen gaf ik het op.
Precies op dat moment bleek een goede vriend van mij zijn oude, goed onderhouden BMW-cabrio van de hand te willen doen. Daar was ineens de oplossing: zeker weten dat ik voor een leuke prijs een betrouwbare auto kocht en tijdens de ritten van de ene naar de andere plaats genieten van mini-vakantietjes. Sinds ik voor mezelf werk is het enorme aantal vrije dagen dat ik genoot bij mijn laatste werkgever namelijk met ongeveer driekwart geslonken. Bovendien is een oude cabrio al jaren een stille wens van me en heb ik een poosje geleden besloten dat ik intussen te oud ben om mijn leven nog langer uit te stellen.
Blij wilde ik het goede nieuws delen met mijn coach, door wie ik onverwacht werd overspoeld met nieuwe kennis. Wat (b)lijkt? Veel automerken zijn onuitgesproken goedgekeurd, maar merken als Mercedes en BMW horen daar niet bij. De kans bestaat dat als een mogelijke opdrachtgever je in zo’n auto ziet, hij zijn opdracht liever aan iemand anders geeft. Ook wordt een auto wellicht gezien als verlengde van je kantoor en een cabrio als “fun”, dus dat zou voor verwarring kunnen zorgen.
Maar wat dan als het een oude auto is??? Tsja, mensen kijken nou eenmaal in eerste instantie naar het merk…. En stel nou dat ik een prijs heb gewonnen en ik heb hem daar van gekocht? Of dat ik hem heb geërfd? Of dat hij van mijn man is en ik hem heb geleend omdat mijn eigen auto in de garage staat? Ja, dan is het weer een ander verhaal….
Hoewel ik wel bekend ben met auto-emoties, was ik een dag lang behoorlijk in de war van dit gesprek. Gaat een werkgever dan ook na waar je woont en gunt hij een opdracht vervolgens liever aan iemand die “drie hoog achter” woont? De hele maatschappij is in beweging, we gaan van oude naar nieuwe economie, maar waar moet ik deze manier van denken onder scharen? Oud Calvinisme? Post Moderne Afgunst? Of gewoon ondernemersvoorzichtigheid?
Ik besloot te doen wat mijn coach mij steeds voorhoudt: mijn gevoel volgen. Als de auto door de keuring komt, doe ik hem mijzelf cadeau, zodat ik tenminste één seizoen kan ervaren hoe het is om mij met een open dak te bewegen tussen mijn afspraken en zo ook nog een beetje van het mooie weer te kunnen genieten.
Toch ben ik benieuwd wat andere ondernemers en opdrachtgevers vinden van deze denkwijze; “mag” dat, een al dan niet oude BMW-cabrio (of iets dergelijks) voor de zaak? Of mogen ondernemers alleen maar in een Volvo, Audi, Volkswagen of een “stekker”-auto rijden?
Daarom deze kleine poll: is dit echt hoe opdrachtgevers denken of leggen ondernemers zichzelf deze beperking op uit angst opdrachten mis te lopen? Ik ben erg benieuwd naar de reacties!
Mocht u mij in de toekomst zien rijden in wat voor auto dan ook, en u betrapt uzelf misschien op een vreemd, kriebelend gevoel in uw buik, kijk dan even naar de kentekenplaten en bedenk ook: deze vrouw heeft hem door hard te werken zelf bekostigd en die korte ritjes tussen haar afspraken zijn eigenlijk haar vakantie. Ik zal naar u zwaaien.

 

 

 

Vliegen

jet
Vanmiddag loop ik met twee zware boodschappentassen de winkel uit en zie een grote, donkere jongeman naar me kijken. Met een vaag gevoel van herkenning loop ik door. Even later hoor ik, heel beleefd: “Mevrouw, mag ik u iets vragen? Volgens mij heb ik ooit les van u gehad op het Zadkine, kan dat?”. Ja dat kan, maar hoe heet je ook al weer? “Navarro, en volgens mij was ik altijd heel vervelend in de klas. Sorry hoor”.
De jongeman, destijds een leerling MBO-handel niveau 2 (“interessantere” leerlingen kun je bijna niet vinden), is nu piloot en vliegt privé-vliegtuigen. Na een gesprekje van een paar minuten krijg ik een hand van hem: “Nogmaals sorry dat ik zo vervelend was en u ziet er goed uit!”.
Dubbele moraal van dit verhaal?
– Heel veel jongeren starten op een lager niveau dan waar ze eigenlijk horen, maar komen later toch op hun pootjes terecht.
– De opvoeding die ze ooit echt wel hebben gekregen, steekt vroeg of laat de kop weer op.
Wat is het toch leuk dat er, tien jaar nadat ik uit het onderwijs ben vertrokken, nog steeds oud-leerlingen naar me toekomen om te vertellen hoe het met hen gaat. Daar krijg ik dan weer vleugels van.