De winkel is open

open3
Eind april vorig jaar begon ik met de eerste opdracht voor mijn eigen “winkel”, als GOSA-regisseur op Goeree-Overflakkee. In de zomer kwam daar een zelfde soort opdracht bij in Brielle voor een paar uurtjes tot het eind van het jaar, en in december werd ik door de gemeente Hellevoetsluis gevraagd om ook daar (“voor een week of vier”) voor de jeugd te komen zorgen. Kers op de taart: “wil je ook een project woonoverlast voor ons doen?”. Natuurlijk wilde ik dat, tegen zulke mooie cadeaus zeg ik geen nee!
“De winkel is open, maar de verbouwing gaat intussen door”, zei de Kinderombudsman een paar maanden geleden. Deze metafoor ging over de transitie van de Jeugdzorg, waarin iedereen heel hard werkt om er het beste van te maken, en de kinderen niet het slachtoffer te laten worden van alle veranderingen. Die “verbouwing” heb ik op allerlei manieren mogen meebeleven. In Rotterdam had ik al enige ervaring opgedaan met de opzet van de wijkteams voor jeugd en volwassenen en in “mijn” gemeenten zag ik het afgelopen jaar de “couleur locale” ontstaan. Overal werd en wordt gezocht naar de juiste vorm en grootte, met daarbij: wie-doet-wat. Procesregisseurs van 0-100, of juist niet? Indicatiestellers voor “keukentafelgesprekken” (wie heeft toch die rare term verzonnen?), of doen de procesregisseurs dat er bij? Worden de wijkteams geleid door de gemeenten, of moeten ze zelfsturend zijn?
Dan heb ik het nog niet eens gehad over de zoektocht van de medewerkers die hierin (soms met moeite) moeten mee-bewegen. Mensen die, vaak in een nieuwe positie, in dienst komen van een andere organisatie, met een andere visie en werkwijze dan ze gewend waren en waarvoor ze wellicht ooit heel bewust hadden gekozen.
Of mensen die wel bij de organisatie konden blijven waarbij ze zich thuis voelden, maar er mee te maken kregen dat die organisatie de visie en werkwijze moesten aanpassen aan een veranderende tijd. Van “wij doen alleen iets als een cliënt aangeeft wat hij wil” naar – tijdelijk – milde vormen van bemoeizorg. Van “zorgen voor” naar sturen op eigen kracht. Dit alles betekent afscheid nemen van wat bekend is en dat zorgt voor verwarring en doet soms pijn.
Tegelijkertijd was ook mijn eigen “winkel” volop in verbouwing. Een jaar na mijn vliegende start heb ik deze week in Hellevoetsluis te horen gekregen dat de opdracht van “een week of vier” in juli eindelijk gaat aflopen, na verlenging op verlenging. De woonoverlast-opdracht loopt nog steeds en de resultaten in de buurt beginnen zichtbaar te worden (en de omwonenden steeds tevredener). In Brielle heb ik vanaf maart een nieuwe opdracht als procesregisseur/voorzitter Jeugdbeschermingsplein tot aan augustus. Op Goeree was ik de afgelopen periode, naast de verlengde opdracht als GOSA-regisseur, ook voorzitter van het Jeugdbescherminsplein, heb ik gewerkt aan de groepsaanpak (Beke-methodiek) en mocht ik meedenken over dakloosheid op “het eiland”.
Wegens tijdgebrek heb ik een opdracht om training te geven moeten weigeren. Tot aan de zomervakantie zit ik “vol”.
Het is nu tijd voor een volgende fase voor “mijn winkel”; ik moet gaan bepalen wat ik wel en wat ik niet wil in de toekomst. De afgelopen periode heb ik ervaren dat ik vooral de regie-opdrachten waarbij de oplossingen niet voor de hand liggen, waarbij nieuwe dingen moeten worden opgezet en waarbij je soms een lange adem moet hebben voor iets echt goed loopt, leuk vind om te doen. Het is enorm inspirerend om partijen met elkaar te verbinden en met nieuwe energie samen te laten werken, en te zien dat een op het oog simpele actie soms grote gevolgen kan hebben.
Niet alleen projecten die met jeugd en wijkteams te maken hebben, maar ook die gaan over overlast en veiligheid hebben mijn hart gestolen. Het onderschrift bij mijn bedrijfsnaam WesselStroom heb ik daarom intussen veranderd van “Interim | Projecten | Trainingen” in: “Regie in Samenleving en Veiligheid”.
Als opdrachtgever bent u van harte welkom om iets te komen kiezen uit mijn winkel, al is de verbouwing misschien nog niet helemaal klaar.