Radicalisering

Op de middelbare school kreeg ik een paar jaar Latijn van meneer Van Bentum. Hij kon prachtig voorlezen uit oude mythes en sagen, en dat was dan ook de enige manier waarop hij mijn aandacht kon vasthouden. Zodra het over naamvallen ging, haakte ik af. Destijds was ik er van overtuigd dat ik er helemaal niets aan had; Latijn was dood. Pas later herkende ik veel van de woorden die we toen leerden ook in andere talen. Een daarvan speelt de laatste tijd een grote rol.
Terrere = bang maken 
Terreur. Het woord begint ons leven en onze maatschappij te beheersen. En dat is precies de bedoeling van de mensen die daar achter zitten: een kleine groep enge mensen, die van zichzelf vindt dat zij het bij het rechte eind heeft, zaait angst. Door velen wordt helaas intussen iedere Moslim aangesproken op de daden van deze terroristen. Er ontstaat een wij-zij gevoel.
Een woord dat vaak in het verlengde van terreur wordt gebruikt is radicalisering. De laatste weken heb ik de cursus “Bestuurlijke Aanpak van Radicalisering en Terrorisme” gevolgd bij SBO, waar ik ook aan verbonden ben als docent. Ik had me hiervoor eind vorig jaar al opgegeven, niet wetend dat het onderwerp zo actueel zou zijn ten tijde van de lessen.
Een van de (voor mij) belangrijkste opbrengsten van deze cursus is, dat we goed moeten nadenken bij het gebruik van het woord “radicalisering”. Het roept bij veel mensen het beeld op van mannen met baarden en lange jurken, maar het begrip is veel breder. Want wat moeten we denken van mensen die het prima vinden om moskeeën in brand te steken en varkens in bomen te hangen? Die van alles wat in hun ogen fout gaat, asielzoekers de schuld geven en die alle veranderingen in de maatschappij keihard afwijzen? Zijn die dan “gematigd”? Het wij-zij gevoel groeit.
Op mijn middelbare school had ik ook een goede geschiedenisleraar, meneer Hess. Meneer Hess legde heel duidelijk uit hoe fascisme en dictatuur kunnen ontstaan. Hoe “sterke leiders” in economisch slechte tijden mensen achter zich krijgen door de aandacht van de echte problemen af te leiden, bijvoorbeeld door zondebokken aan te wijzen. Juist in moeilijke tijden schijnen mensen extra behoefte te hebben aan “sterke leiders”. Dat komt goed uit voor mensen met een hang naar macht, die bij deze groep precies de gevoelige snaar weten te raken.
In deze tijden gaan die “leiders” niet in gesprek, maar ze zenden hun boodschap eenzijdig via Twitter. Ze spreken bij voorkeur in oneliners, meten zich een slachtofferrol aan als ze kritiek krijgen en roepen te pas en te onpas “schandalig”. Ze zaaien angst.
Moslims en vluchtelingen zijn de nieuwe zondebokken. Het wij-zij gevoel wordt door deze “sterke leiders” verder aangewakkerd en een groeiende groep Nederlanders volgt, als makke schapen…
Polarisering is het woord dat beide groepen met elkaar gemeen hebben. Van beide kanten wordt angst gezaaid en het wij-zij gevoel versterkt. In ons mooie kikkerlandje groeit het wantrouwen over en weer, we worden met de ruggen tegen elkaar gedreven. Wanneer worden we wakker?
Mogen we weer meer, meer, meer respect voor elkaar en onszelf hebben, en heel veel minder, minder, minder angst?
Heb uw naaste lief!